2.1.6. RAM

Het werkgeheugen, ook wel het RAM (dat is de afkorting van Random Access Memory) genoemd, wordt door de computer gebruikt voor de tijdelijke opslag van data.
De gegevens worden meestal op de harde schijf bewaard, maar de processor kan er alleen mee werken als ze in het werkgeheugen worden geladen.
Dat betekent bijvoorbeeld dat als je aan het typen bent het programma en de ingetypte tekst beide in het werkgeheugen zijn opgeslagen.
Als de stroom uitvalt zal de tekst, die nog niet is opgeslagen, verloren gaan. Het programma staat waarschijnlijk op de harde schijf en kan dus gemakkelijk weer opgestart worden.

Daarom wordt het RAM geheugen ook wel het vluchtig geheugen genoemd.
Hoe meer RAM geheugen in je computer zit, hoe minder de pc gegevens van de harde schijf hoeft in te lezen (wat aanmerkelijk trager verloopt dan gegevens lezen uit het RAM geheugen). De toegangstijd van het RAM geheugen is meestal iets tussen de 10 en 100 nanoseconden (dat zijn miljardste seconden), terwijl die van harde schijven meestal in de buurt van de 9 ms (milliseconden) zit.



De grootte van het intern geheugen bepaalt voor een deel de snelheid van de computer.
Als je het RAM-geheugen uit wilt breiden dan kun je gewoon een RAM-module kopen, en dat in de socket plaatsen.
Je moet dan wel weten welk type RAM-geheugen vereist is op je moederbord.
PC's hebben tegenwoordig vaak 2 GB RAM, beter nog is 4 GB, en over een paar jaar is dat misschien nog veel meer.

We kunnen twee soorten RAM onderscheiden: dynamisch ("gewoon"RAM) en statisch RAM (dat is cache-geheugen en dus eigenlijk geeen RAM).

  1. DRAM
    Het traditioneel geheugen is het DRAM, of dynamisch RAM.
    Dit geheugen moet om de zoveel milliseconden opgefrist worden (refresh), omdat de condensatoren in de chip zichzelf ontladen.
    DRAM is goedkoper dan SRAM, maar ook minder snel.
    Er worden voortdurend nieuwe types op de markt gebracht, tegenwoordig wordt meestal DDR SDRAM (Double Data Rate Synchronous Dynamic RAM) gebruikt.
    DDR kan per kloktik twee keer data versturen, en SDR (Single Data Rate) RAM maar één keer per kloktik. Daarom wordt DDR RAM geheugen dat op 200 Mhz loopt vaak aangeduid als 400 Mhz geheugen.
    De moederbordsnelheid bepaalt welke geheugensnelheid gebruikt kan worden.
    Op een moederbord met een FSB (Front-side bus) van 200 MHz kun je ook 166 MHz RAM-geheugen zetten, maar een deel van de snelheid van het moederbord blijft dan onbenut. (maar als het DDR is, is de eigenlijke snelheid van het geheugen 332 MHz)

    Het RAM-geheugen is beschikbaar in 64 bit modules, die men DIMM's noemt, of Dual Inline Memory Module. Soms worden ook nog SIMM's gebruikt.
    SIMM staat voor Single Inline Memory Module. Vroeger waren ze 8 bits breed, tegenwoordig 32 bits.
    Dat heeft tot gevolg dat je bij 64 bit processoren 2 SIMM's nodig hebt, die dan in paren gemonteerd worden, en dat noem je een bank.
    Bij DIMM's is dat, tenminste bij 64-bit processoren, niet nodig, omdat ze zelf 64 bits breed zijn.
  2. SRAM
    SRAM betekent statisch RAM geheugen.
    In tegenstelling tot DRAM werkt het niet met condensatoren, maar met transistoren (aan/uit schakelaars), en daardoor blijft het zijn inhoud bewaren (zonder gerefresht te worden). Dit geheugen is ook veel sneller dan het DRAM, en wordt daarom ook gebruikt in L1 en L2-cache geheugen .