De transistorschakeling

De transistor is niet een schakeling als alle andere. Het is namelijk een elektrische component met 3 aansluitpunten. Deze aansluitpunten heten als volgt: de emitter, de basis en de collector. Je kunt de schakeling hieronder in een plaatje zien.



In de elektrische schakelingen die wij gaan gebruiken kunnen we alleen de basis en de collector gebruiken. De basis dient dan als ingangsspanning en de collector geeft dan een hoog of laag signaal door.

Maar wanneer is het uitgangssignaal van een transistor nu hoog en wanneer is hij nou laag?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden gaan we door middel van een proefje achterhalen hoe de transistor werkt.

Opdracht 7a
a: Sluit de variabele spanningsbron (stel in op 0 Volt) aan op de basis van de transistor en sluit de collector aan op een LED. Brandt het lampje nu?
b: Ga nu met de instelknop van de variabele spanningsbron zo ver doordraaien totdat er iets gebeurt met het ledje. Wat gebeurt er en bij welke spanning gebeurt dat?
c: Wat doet de transistor dus?
antwoord

De werking van de transistor

We hebben nu kunnen zien dat de transistor een omslagpunt heeft bij 0,7 Volt. Van 0 - 0,7 V brandt het lampje wel en als de spanning boven de 0,7 Volt komt dan gaat het lampje uit. Hierin lijkt de transistor heel erg op een comparator. Blijkbaar gaat het signaal van hoog naar laag als de spanning groter dan 0,7 Volt wordt. Het enige verschil met een comparator is dat de transistor een inverterende werking heeft en dat je de spanning waarbij het signaal omslaat niet kunt instellen. De transistor heeft dus een inwendige vaste spanning waarbij het signaal omslaat.

Kort samengevat werkt de transistor dus als volgt:

Een transistorschakeling geeft een hoog signaal op de collector af, als de spanning bij de basis lager is dan 0,7 Volt. Is het ingangssignaal hoger dan 0,7 Volt dan wordt het signaal laag.

Opdracht 7b
a: Waarom kun je een transistor vergelijken met een comparator?
b: Wat bedoelen we nu eigenlijk met "de transistor heeft een inverterende werking"?
antwoord

Opdracht 7c
Een vergadering in chaos

Tijdens een vergadering komt het wel eens vaker voor dat twee mensen tegelijkertijd het woord willen voeren. Het wordt dan al gauw chaotisch. Om de chaos in te dammen tijdens een dergelijke vergadering is het nodig dat er iemand boven iedereen de mogelijkheid heeft om als enige te kunnen spreken. Dat is meestal de voorzitter.
De bedoeling is dus dat je een schakeling gaat bouwen waarbij de voorzitter kan spreken als hij een knop indrukt ook al praat er iemand anders. De andere persoon is dan niet meer te horen. Verwerk ook in je schakeling dat er een lampje gaat branden bij de persoon die praat! Maak gebruik van de inverterende werking van de transistor bij het bouwen van je schakeling. Antwoord