Het relais ziet er op het systeembord als volgt uit:
Een relais is een door een magnetisch veld bediende mechanische schakelaar. Het wordt vooral gebruikt als eindcomponent in digitale schakelingen. Het relais op het systeembord bestaat uit een spoel, 3 contactpunten en een veermechanisme. Door een hoog signaal op de spoel te zetten (dit zijn punten a en aarde op je bord) gaat er een stroom lopen en wordt een magneet in werking gezet, als er een stroom loopt wordt de spoel dus een magneet, waardoor de schakelaar sluit. Wordt het signaal laag, dan gaat de spoel weer naar zijn oude toestand en is dus geen magneet meer. De schakelaar gaat dan open, dit is de originele stand ook wel de onbekrachtigde of ruststand genoemd.
Het kan voorkomen dat je de contacten op verschillende circuits aansluit die nergens anders al bij elkaar kwamen.
Door een hoog signaal op de spoel (punt a en aarde) te zetten, wordt de schakelaar naar de magneet getrokken. Deze raakt de bovenste pin (b) aan en zo wordt het contact tussen de pin b en pin c gesloten, dit gebeurt op het systeembord automatisch. Als de spanning van de spoel wordt afgehaald, schiet de pin midden boven weer terug naar zijn oorspronkelijke positie en het contact is weer verbroken (de schakelaar wordt geopend).
Je kunt nu zelf op het systeembord uitproberen wat dit onderdeel doet.
Klik hier voor de antwoorden, maar probeer het wel eerst zelf!
Hier moet je natuurlijk de punten b en c van het relais gebruiken om de dompelaar aan te sluiten.