1.
Wat is
Informatieanalyse
a) Het maken van een database
b) Het maken van een model van de
gegevens van een systeem, zodat je snel een goed
database-systeem kunt opzetten
c) Het uitzoeken van welke informatie van belang is voor het
systeem.
d) Het uitzoeken van wat de eisen zijn die aan het systeem
gesteld worden.
2.
I. Je spreekt van
inconsistentie als bepaalde gegevens meer dan één keer in een
database voorkomen II. Je spreekt van redundantie als er
tegenstrijdige gegevens in een database staan
a) Uitspraak I en II zijn beide juist
b) Uitspraak I en II zijn beide niet
juist
c) Uitspraak I is juist en II is niet juist
d) Uitspraak I is niet juist en II is juist
3.
I. De
informatie-analist voert de analyse en het ontwerp uit en
houdt daarbij rekening met de kennis die de domeindeskundige
aandraagt II. De domeindeskundige voert de analyse en het
ontwerp uit en houdt daarbij rekening met de kennis die de
informatie-analist aandraagt
a) Uitspraak I en II zijn beide juist
b) Uitspraak I en II zijn beide niet juist
c) Uitspraak I is juist en II is niet
juist
d) Uitspraak I is niet juist en II is juist
4.
Deze vraag gaat over
het zinnetje: "Femke Jansen doet aan handbal" Hoe wordt
deze zin in de informatie-analyse genoemd ?
a) Een feit
b) Een feittype
c) Een object
d) Een objecttype
5.
Deze vraag gaat over
de zin: "Jan Hoogterp zit in havo-4, hij woont in Buitenpost,
hij heeft op wiskunde als rapportcijfer een 5, en hij doet aan
voetbal en aan tennis" Deze zin kun je splitsen in een
aantal elementaire feiten.
a) Vijf elementaire feiten, waarvan twee ternaire en drie
binaire
b) Vier elementaire feiten, waarvan twee ternaire en twee
binaire
c) Vier elementaire feiten, waarvan één ternaire en drie
binaire
d) Vijf elementaire feiten, waarvan één
ternaire en vier binaire
6.
Welke van de volgende beweringen, die op bovenstaand
NIAM-diagram betrekking hebben, is niet waar:
a) Een piloot vliegt steeds op hetzelfde vliegtuig
b) Een vliegtuig wordt steeds door dezelfde piloot gevlogen
c) Een vliegtuig maakt steeds dezelfde
vlucht (met een bepaald vluchtnummer)
d) Er kunnen twee vliegtuigen zijn waar hetzelfde aantal
passagiers in kan
7.
De beperkingen zijn nog niet aangebracht in dit IGD. Welke
bewering is juist ?
a) Het feittype -woont in- heeft een uniciteitsbeperking over
de rol Plaats (dus een pijl op de rechterkant)
b) Het feittype -heeft cijfer op vak-
heeft een uniciteitsbeperking over de rollen Persoon en Vak
c) Het feittype -heeft cijfer op vak- heeft een
uniciteitsbeperking over de rollen Persoon en Cijfer
d) Het feittype -heeft cijfer op vak- heeft een
uniciteitsbeperking over de rollen Vak en Cijfer
8.
Dit is het IGD van het videobanden-project, waarbij een
programma op meerdere banden kan staan. Hoeveel tabellen
krijg je hier ?
a) Twee tabellen, met de volgende kolommen: 1e: Programma,
Minuten, Bandnummer, Tellerstand 2e: Bandnummer, Vak,
Docent
b) Drie tabellen, met de volgende kolommen: 1e: Programma,
Minuten 2e: Bandnummer, Tellerstand 2e: Bandnummer,
Vak, Docent
c) Twee tabellen, met de volgende kolommen: 1e: Programma,
Minuten, Tellerstand 2e: Bandnummer, Vak, Docent
d) Drie tabellen, met de volgende
kolommen: 1e: Programma, Minuten 2e: Programma,
Bandnummer, Tellerstand 2e: Bandnummer, Vak, Docent
9.
Dit is het IGD van het videobanden-project, waarbij een
programma maar op één band staat. Welke
totaliteitsbeperkingen kunnen worden aangebracht ?
a) Het feittype -begint bij stand-
heeft een totaliteitsbeperking over de rol Programma
b) Het feittype -is van- heeft een totaliteitsbeperking over
de rol Vak
c) Het feittype -duurt- heeft een totaliteitsbeperking over de
rol Minuten (dus een dikke stip bij Minuten)
d) Het feittype -begint bij stand- heeft een
totaliteitsbeperking over de rol Tellerstand
10.
Dit is het IGD van de excursieweek uit opgave 13 van de
opgaven bij hoofdstuk 11. In hoeveel tabellen zal
Reisbestemming voorkomen ?
a) In 2 tabellen, namelijk een tabel waarin o.a. ook
Persoon voorkomt een tabel waarin o.a. ook Reiskosten
voorkomt
b) In 3 tabellen, namelijk een tabel
waarin o.a. ook Persoon voorkomt een tabel waarin o.a. ook
Reiskosten voorkomt een tabel waarin o.a. ook Docent
voorkomt
c) In 2 tabellen, namelijk een tabel waarin o.a. ook Eerste
voorkeur voorkomt een tabel waarin o.a. ook Reiskosten
voorkomt
d) In 3 tabellen, namelijk een tabel waarin o.a. ook
Persoon voorkomt een tabel waarin o.a. ook Reiskosten
voorkomt een tabel waarin o.a. ook Bedrag voorkomt