1.
Visual Basic is een programmeertaal. Welke soort taal is dat?
a) Machinetaal
b) Assembleertaal
c) Hogere programmeertaal, een derde generatietaal
d) Object georiënteerde taal, een vierde generatietaal
2.
Als je in een Visual Basic-programma een variabele gebruikt dan moet je die declareren.
Als de variabele getal een geheel getal moet kunnen bevatten, dan declareer je die variabele als
volgt:
a) int getal;
b) dim getal as integer
c) var: getal integer;
d) var getal: integer;
3.
De variabele getal kan een geheel getal bevatten. De opdracht om bij de waarde van getal
één op te tellen is als volgt:
a) getal := getal + 1
b) getal + 1
c) getal = getal + 1
d) getal++
4.
Je hebt een label met de naam lblHallo. Wat is de opdracht om er voor te zorgen dat er op dat label verschijnt: Hallo mensen
a) lblHallo.text="Hallo mensen"
b) write(Hallo mensen)
c) lblHallo.caption=Hallo mensen
d) lblHallo.caption="Hallo mensen"
5.
Je hebt een woord ingevoerd in een tekstvenster met de naam txtNaam.
Wat is de opdracht om er voor te zorgen dat het ingevoerde woord aan de variabele n (die gedeclareerd is als string) wordt toegekend.
a) txtNaam.text = n
b) n = txtNaam
c) n = txtNaam.text
d) n = txtNaam.caption
6.
Je hebt een picturebox met de naam picGetallen.
Als je wilt dat de opdrachten picGetallen.print(str(i)) : picGetallen.print("") tien keer worden herhaald, met welke
opdracht doe je dat?
a) for i = 1 to 10 do
picGetallen.print(str(i)) : picGetallen.print("")
b) for i = 1 to 10 do
begin
picGetallen.print(str(i)) : picGetallen.print("")
end
c) for i = 1 to 10
begin
picGetallen.print(str(i)) : picGetallen.print("")
next
d) for i = 1 to 10
picGetallen.print(str(i)) : picGetallen.print("")
next i
7.
Als je wilt dat de variabele d (die gedeclareerd is als een kommagetal) een willekeurige gehele waarde tussen 1 en 6
krijgt (dus 1, 2, 3, 4, 5 of 6) dan kan dat m.b.v. de opdracht:
a) d=int(rnd(6))+1
b) d:=random(6)
c) d=random(5)+1
d) d=rnd(6)+1
8.
De vertaling van tafel in het engels moet in een tekstvenster met de naam txtVertaling worden ingevoerd.
Als er op een knop met de tekst Controleer wordt geklikt wordt de ingevoerde vertaling eerst aan de variabele woord
toegekend.
Daarna moet het programma controleren of het antwoord goed of fout is, en de uitslag op het label met de naam lblUitslag zetten.
Dat kan met behulp van de volgende opdracht:
a) if woord = table then lblUitslag.caption = "Goedzo" else lblUitslag.caption = "Fout"
b) if woord = "table" then lblUitslag.caption = "Goedzo" else lblUitslag.caption = "Fout"
c) if (woord := table) then lblUitslag.caption = "Goedzo" else lblUitslag.caption = "Fout"
d) if (woord = "table") then lblUitslag.caption = "Goedzo" else lblUitslag.caption = "Fout"
9.
Variabele b heeft de waarde 5, en variabele c heeft de waarde 3.
Als de opdracht b = b + c wordt uitgevoerd, wat gebeurt er dan?
a) c krijgt de waarde 8 en b houdt de waarde 5
b) b krijgt de waarde 8 en c houdt de waarde 3
c) dit kan niet, want b kan nooit gelijk zijn aan b + c
d) b krijgt de waarde 8 en c ook
10.
Wat is de functie van een compiler?
a) broncode omzetten in objectcode
b) assembleertaal omzetten in machinecode
c) machinecode omzetten in code van een hogere programmeertaal
d) broncode omzetten in machinetaal
11.
Het volgende structuurdiagram hoort bij een bepaalde Visual Basic-opdracht. Welke opdracht is dat?
a) while (voorwaarde)
...........
wend;
b) repeat
...........
until (voorwaarde);
c) while (voorwaarde) do
begin
...........
end;
d) for i:=1 to (voorwaarde) do
...........
next i
12.
Er wordt in een Visual Basic-programma gebruik gemaakt van een rij gehele getallen: g[1], g[2],
g[3], g[4], g[5]
Die variabelen moeten worden gedeclareerd. Dat doe je op de volgende manier:
a) dim g(5) as integer;
b) var g[1],g[2],g[3],g[4],g[5]: integer;
c) dim g[1..5]: array of integer;
d) dim g (1 to 5) as integer;
13.
Er wordt in een Visual Basic-programma gebruik gemaakt van een rij gehele getallen: g[1], g[2],
..., g[10]
De waarden van die variabelen moeten op het scherm worden afgedrukt.
Dat kan met behulp van de volgende code:
a) i := 1;
WHILE (i<=10) DO
begin
WRITELN(g[i]);
i := i+1;
end;
b) FOR i:= 1 TO 10 DO
begin
WRITELN(g[i]);
end;
c) i := 1;
REPEAT
WRITELN(g[i]);
i := i+1;
UNTIL (i>10);
d) Met elke code hierboven zal het werken
14.
Iemand wil een Visual Basic-programma maken, waarbij er achtereenvolgens tien sommen op het scherm
verschijnen, waarvan het antwoord ingevoerd moet worden.
Kan dat m.b.v. de volgende code?
FOR i:= 1 TO 10 DO
begin
som;
end;
a) Nee, het codewoord som bestaat niet in Visual Basic
b) Ja, maar er moet dan wel een procedure som in het programma zijn
ingevoerd
c) Nee, al is er een procedure som in het programma ingevoerd, dan
moeten er nog haakjes achter. Dus zo: som( );
d) Nee, het moet sommetje; zijn
15.
Het volgende structuurdiagram hoort bij een bepaalde Visual Basic-opdracht. Welke opdracht is dat?
a) while (voorwaarde) do
begin
...........
end;
b) repeat
begin
...........
until (voorwaarde);
c) repeat until (voorwaarde)
begin
...........
end;
d) repeat
...........
until (voorwaarde);
16.
Wat is een boolese variabele (engels: boolean)?
a) Een variabele die alleen de waarde Ja of Nee kan bevatten
b) Een variabele die een woord kan bevatten
c) Een variabele die alleen de waarde 0 of 1 kan bevatten
d) Een variabele die alleen de waarde True (waar) of False (niet waar) kan bevatten
17.
Wat is een lokale variabele?
a) Een variabele die binnen een procedure is gedeclareerd
b) Een variabele die in het hoofdprogramma geen waarde heeft
c) Een variabele die alleen binnen de procedure, waarin hij gedeclareerd is, gebruikt kan worden
d) Alle antwoorden hierboven zijn goed
18.
Een variabele die in de kop van het hoofdprogramma is gedeclareerd wordt als volgt genoemd:
a) Een lokale variabele
b) Een globale variabele
c) Een "call-by-value" variabele
d) Een "call-by-reference" variabele
19.
Een procedure wordt als volgt gedeclareerd:
PROCEDURE som(a, b: INTEGER);
a) Dan kan in het hoofdprogramma de opdracht som(25, 37);
voorkomen, en dan krijgt in de procedure a de waarde 25 en b de waarde 37
b) Dan worden a en b "call-by-value" variabelen genoemd.
c) Dan worden de waarden van a en b na afloop van de procedure niet aan het hoofdprogramma doorgegeven.
d) Alle antwoorden hierboven zijn goed
20.
Welke bewering is niet juist?
a) Het bubblesort algoritme werkt volgens onderstaand structuurdiagram:
b) Het bubblesort-algoritme kan alleen voor woorden worden gebruikt, het selectionsort-algoritme ook voor getallen.
c) Het selectionsort algoritme werkt volgens onderstaand structuurdiagram:
d) Bij het bubblesort-algoritme worden net zolang buren omgewisseld, totdat er bij een doorgang geen enkele
verwisseling meer heeft plaatsgevonden