Informaticasite van het Lauwers College te Buitenpost                 © R.J. van der Beek
 
  Opgaven bij Hoofdstuk 14: Netwerken deel 2      
  Schrijf de antwoorden in je schrift!
1. Ga er bij deze en de volgende vragen vanuit dat er een bericht van 1500 bytes wordt verstuurt over een Ethernet-netwerk en daarbij wordt het TCP/IP-protocol gebruikt.
Deze vraag gaat over de header die wordt toegevoegd in de transportlaag, bij het TCP/IP-protocol.
a.Hoe lang is die header.
b. Noem een aantal belangrijke dingen uit die header.
c. Hoe wordt het stukje bestand inclusief de header in deze laag genoemd?


2. In de netwerklaag wordt aan het bericht uit de vorige vraag weer een header toegevoegd.
a. Hoe lang is die header.
b. Noem een aantal belangrijke dingen uit die header.
c. Hoe wordt het stukje bestand inclusief de header in deze laag genoemd?


3. In de datalinklaag (de mac-deellaag) wordt aan het bericht uit de vorige vraag weer een header toegevoegd (en een trailer = staart).
a. Hoe lang is die header + trailer.
b. Noem een aantal belangrijke dingen uit die header.
c. Wat zit er in de trailer, en waarom zit dat aan het eind ?
d. Hoe wordt het stukje bestand inclusief de header + trailer in deze laag genoemd?
e. Hoe is nu de totale lengte van het bericht, dat oorspronkelijk uit 1500 bytes bestond ?


4. Een aantal begrippen met hun afkortingen
a. Wat is het verschil tussen een IP-adres en een MAC-adres ?
b. Wat is een DHCP-server.
c. Waar is NAT de afkorting van, en wat wordt ermee bedoeld ?
d. Wat is het IP-adres van localhost ?
e. Welke IP-adressen zijn voor een LAN beschikbaar ?
f. Wat houdt het subnetmasker in ? Geef een voorbeeld.


5. De TCP/IP protocolstack
a. Noem drie protocollen uit de applicatielaag
b. Wat wordt er bedoeld met het poortnummer bij netwerkverkeer ?
c. Welk poortnummer heeft SMTP ?
d. Wat is het verschil tussen FTP en UDP, dat zijn twee protocollen uit de transportlaag
e. Van welk protocol in de netwerklaag maakt PING gebruik ?
f. Noem twee protocollen uit de datalinklaag


6. Basisband- en breedband
a. Wat is het verschil tussen basisband- en breedband-signalen.
b. Waar is FM de afkorting van ?
c. Als je het byte 10100011 wilt versturen met FM, hoe wordt het dan verstuurd ? Maak een tekening. Met welke drie problemen heb je bij breedband-signalen te maken.
d. Als er op 2400 baud wordt gezonden en als er met 8 verschillende signaalelementjes wordt gewerkt, wat is dan de zendsnelheid in bps.
e. Als bij de vorige vraag de acht signaal-elementjes een frequentie hebben van resp. 40, 42, 44, 46, 48, 50, 52 en 54 Hz, wat is dan de bandbreedte van dat signaal ?


7. ADSL
a. Wat doet een ouderwets telefoon-modem ?
b. Hoe kan het dat bij ADSL gebruik gemaak wordt van de telefoonkabel, en de snelheid toch veel hoger is dan bij gebruik van een ouderwets modem ?
c. Wat wordt er met Subscriber Line (van (AD)SL ) bedoeld, en hoe wordt het ook wel genoemd ?
d. Wat doet een splitter ?
e. Wat doet de DSLAM ?


8. ADSL versus kabel
a. Wat is het voordeel bij gebruik van de (televisie)kabel bij het internettern t.o.v. ADSL
b. Wat is het voordeel bij gebruik van de ADSL bij het internettern t.o.v. de (televisie)kabel.


9. Schakelkastjes en dergelijke.
a. Wat is het verschil tussen een hub en een switch ?
b. Op welke laag werkt een hub of switch. En wat wordt daarmee bedoeld ?
c. Waarom moet er soms "adresvertaling" plaatsvinden ? Welk apparaat doet dat ?
d. Wat doet een router. Laat een router de pakketjes onderanderd door of wijzigt hij er iets aan ?
e. Wat doet een firewall. Noem de naam van een bekende firewall.
f. Wat is een proxyserver
g. Hoe wordt een URL, dat je in een browser invoert, in een IP-adres omgezet? Hoe heet de computer waarin dat IP-adres wordt opgezocht?


10. Draadloos netwerk.
a. Wat heb je, behalve een computer met een draadloze netwerkkaart, nog meer nodig om draadloos te kunnen netwerken?
b. Waar is SSID de afkorting van, en wat is de SSID van een draadloos netwerk?
c. Wat is een beacon?
d. Op welke frequentieband zend een draadloos netwerk vrijwel altijd uit?
e. Wat wordt er met het BBS bedoeld bij een draadloos netwerk?


11. Beveilging.
a. Wat wordt er bedoeld met de sleutel bij een draadloos netwerk? Geef twee mogelijkheden.
b. Wat wordt er bedoeld met de initilization vector bij een draadloos newerk?
c. Wat is het verschil tussen WEP en WPA-beveiliging?
d. Wat wordt er met MAC-adresfiltering bedoeld?
e. Als je de XOR-bewerking op de bytes 10101010 en 01000001 (dat is de ASC-code van A) uitvoert, welke byte ontstaat er dan?
f. Als je de XOR-bewerking op de bytes 10101010 en het resultaat van vraag e uitvoert, welke byte ontstaat er dan?
g. Hoe wordt een tekst versleuteld bij WEP en bij WPA?


12. Draadloos netwerk configureren.
a. Hoe kun je de netwerksleutel van een Access Point veranderen?
b. Als je tegenwoordig een Access Point koopt is het meestal al beveiligd. Waarom is het verstandig de netwerksleutel dan meteen te veranderen?
c. Waarom moet je soms een ander kanaal of andere kanalen kiezen bij een draadloos netwerk?
d. Soms wordt geadviseerd het broadcasten van het SSID uit te zetten. Waarom?
e. Hoe kun je met een computer met een draadloze netwerkkaart ontdekken welke draadloze netwerken er in de buurt zijn?


13. Protocol
a. Wat zijn de overeenkomsten tussen CSMA/CD en CSMA/CA ?
b. Wat is het verschil tussen CSMA/CD en CSMA/CA ?
c. Met welk nummer wordt de beschrijving van WiFi als IEEE-standaard aangegeven?
d. Waarom zit er in een frame van een draadloos bericht ruimte voor meer dan twee MAC-adressen, waarom is het bronadres en het doeladres niet voldoende?
e. In een frame van een draadloos bericht zit ook het MAC-adres van de zendende computer. Hoe is het mogelijk dat dat MAC-adres gemakkelijk uit dat frame te achterhalen is, ook al is het bericht versleuteld?