Informaticasite van het Lauwers College te Buitenpost                 © R.J. van der Beek
	Antwoorden opgaven hoofdstuk 12       1a. Routinewerk wordt vaak door dezelfde mensen gedaan Bij routinewerk gebeuren er bijzonder weinig nieuwe dingen, er staat precies vast welke handelingen verricht moeten worden b. Een project is eindig, het is op een bepaald moment afgelopen Een project kent en budget, een hoeveelheid geld waarvoor het gedaan moet worden Een project heeft een duidelijk geformuleerd resultaat c. Voorbeeld: brieven in de vakjes van de docenten doen d. Voorbeeld: vakken vullen, de kassa bedienen, enz. e. Improviseren moet je bijv. als de kassa het niet doet omdat de stroom is uitgevallen. f. Als de supermarkt verbouwd wordt zal er van alles geregeld moeten worden, en dat zou je een project kunnen noemen. 2a. Projecten die al eens zijn uitgevoerd: Het graven van het Suezkanaal, het bouwen van de Erasmusbrug, invoering van periodisering en kwt op het LauwersCollege b. Om het proces beheersbaar te houden wordt een project in fasen ingedeeld c. Je begint met plannen. Dan voer je het daadwerkelijk uit Na controle of alles wel zo is als je zou willen, stel je bij Daarna begint de cyclus opnieuw met de bijgestelde plannen 3a. Ideefase, definitiefase, ontwikkelfase, nazorgfase b.    Ideefase: Er worden bijeenkomsten belegd waarop ideeen kunnen ontstaan: brainstorm. Er wordt een startdocument opgesteld, dat bevat de achtergronden van het project, het projectdoel, de globale resultaten, en de randvoorwaarden (tijd, geld). Er wordt een projectleider aangetrokken. Definitiefase: De projectleider vormt een team. Gezamenlijk wordt het projectplan geschreven. Alle onderdelen die in het startdocument zijn beschreven worden nu gedetailleerd beschreven. Ontwikkelfase Het idee wordt uitgewerkt volgens de afspraken in het projectplan. Deze fase is vaak lang en gecompliceerd, daarom wordt deze fase vaak opgedeeld in sub-fasen met mijlpalen. Aan het eind van deze fasebepaald de opdrachtgever of het resultaat in overeenstemming is met wat er was afgesproken. nazorgfase Het projectresultaat wordt overgedragen aan de gebruikers, geïmplementeerd. Verder wordt in deze fase het project geëvalueerd. c. van de dag dat het idee opkwam een huis te bouwen, tot het moment dat met het echte ontwerpen werd begonnen: ideefase van de dag dat met het echte ontwerpen werd begonnen tot 31 maart: definitiefase van 1 april tot de verhuizing: ontwikkelfase van de verhuizing tot alles echt klaar is in het huis: nazorgfase 4a. Met implementatieproces wordt bedoeld: het resultaat wordt ingevoerd in het bedrijf. Het hoort bij de nazorgfase. b. In het projectplan worden alle onderdelen, die in het startdocument zijn beschreven, gedetailleerd beschreven. Het hoort bij de definitiefase. c. Evaluatie betekent dat er besproken wordt wat er goed en wat er fout ging, en hoe dit verbeterd kan worden. Het hoort vooral bij de nazorgfase, maar eigenlijk hoort elke fase te worden afgesloten met een evaluatie. d. Mijlpalen (mile-stones) heb je aan het eind van bepaalde fasen en/of sub-fasen. Er wordt dan beslist of het project doorgaat, of dat er gestopt wordt. Dit gebeurt vooral in de ontwikkelfase, maar het kan ook aan het eind van de ideefase en definitiefase e. Een mijlpaal is bijv. de offerte van de hypotheek. Als je geen hypotheek naar wens kunt krijgen gaat het huis niet door. Een andere mijlpaal is de vergunning. Als je geen vergunning kunt krijgen gaat het huis niet door. f. Een brainstorm is een bijeenkomst, waarbij iedereen zijn ideeen mag ventileren. Dit hoort in de ideefase thuis. g. Het startdocument bevat de achtergronden van het project, het projectdoel, de globale resultaten, en de randvoorwaarden (tijd, geld). Het is niet gedetailleerd en het wordt opgesteld in de ideefase. h. De ontwikkelfase wordt vaak opgedeeld in deelfasen i. deelfasen van de ontwikkelfase: tekening maken vergunning aanvragen hypotheek regelen aannemer zoeken bouwen (en ook dat kun je weer in deelfasen onderverdelen) verhuizing 5a. Geld, tijd, kwaliteit, organisatie, informatie b. Een strategische beslissing is een beslissing die gaat over de levensvatbaarheid van een bedrijf op de lange termijn (langer dan een jaar) Je hebt veel algemene (geen gedetailleerde) informatie nodig om zo'n beslissing te kunnen nemen. Een tactische beslissing is een beslissing die voor de middellange termijn is (een half jaar tot een jaar), en vaak ondersteunend aan de strategische beslissingen Een operationele beslissing is een kleine beslissing over de dagelijkse gang van zaken, op de korte termijn. Je hebt gedetailleerde informatie nodig om zo'n beslissing te kunnen nemen. c. Dat is een strategische beslissing. Je kunt dat later heel moeilijk nog veranderen, dus dat is een beslissing voor jaren. d. Dat is een operationele beslissing. 6a. We zitten nu in de nazorgfase. b. De beslissing om periodisering en kwt in te voeren was een strategische beslissing. c. Als besloten wordt een kwt-uur naar een ander uur te verschuiven dan is dat een operationele beslissing. d. Als het jaar wordt opgedeeld in vijf in plaats van in zes perioden dan is dat een tactische beslissing. 7a. MSProject is een programma waarmee een project handig beheerd kan worden. b. Behalve de projectgroep, die aan het project werkt, heb je ook een stuurgroep. Die bestaat uit een aantal mensen, die in de gaten houden of het project wel goed loopt. En of het project doorgaat of niet, enz. Voorzitter van de stuurgroep: Die vertegenwoordigt de opdrachtgever (of het is de opdrachtgever zelf). Leden van de stuurgroep: Meestal managers, waarvan de afdelingen met het product gaan werken. Ze sturen het project mee aan. Projectmanager: Deze stuurt meerdere projecten aan, en kent het verband tussen verschillende projecten. Controleert en helpt de projectleider. Projectleider: Hij leidt het project, hij neemt mensen aan, motiveert ze, en zorgt er voor dat ze werk voor het project uitvoeren. Verder voorziet hij de stuurgroep van informatie, en is vaak secretaris van de stuurgroep. Projectmedewerker: Deze werkt mee aan het project. Hij wordt gekozen op grond van zijn kennis en vaardigheden. c. De projectleider is zijn of haar tijdelijke baas, maar hij of zij heeft ook nog zijn/haar "normale" baas.